Twee huize naar één pastorie

Na de herbouw van de kerk in 1839-1841 komt de verbouw van de pastorie aan de beurt. Aan de rechterzijde van de kerk staat het paterswoning, Maar intussen heeft pastoor Giessen ook het rechts naastliggende pand aan de Houtgracht op 2 mei 1836 aangekocht. Dit huis heeft als huisnamen gehad :"Het wapen van Amersfoort", "De gekroonde Star" en "Het Hardsteenen Huis". Hij vraagt een vergunning aan om bijde huizen onder een lijst te mogen optrekken. Dat paters huis, dat staat in die tijd bekend als het "kippenhuisje", samenvoegen tot een nieuwe pastorie. Dat het twee huizen met twee verschillende breedtes zijn, is nog herkenbaar in de breedte van de ramen in de gevel. Dit verzoek tot samenvoegeb wordt op 17 juli 1842 ingewilligd en de vergunning verleend. Overigens is er aan de Jodenbreestraat ook nog een perceel aangekocht, waardoor de pastorie ook even diep is als de kerk. Er is lang over deze pastorie gebouwd, waarbij veel is blijven bestaan van de oorspronkelijke bebouwing. Hierdoor werd het een gezellig doolhof met veel tappen en trapjes, overloopjes en kamertjes.

Het gebouw heeft vier belangrijke ruimten, de biechtkapel, waar het sierlijke hoge doopvont staat en een achttiende eeuws altaartje, zie tabblad "Kapel". De kapel is een blijvende herinnering aan de huiskapellen van Arnold ab Ischa en Cornelisde Vroom. Twee verdiepingen hoger, is de ruime bibliotheek met de zolderschilderingen van Jacob de Wit, zie het tabblad "Bibliotheek". Daartussen ligt de grote zaal, waarvan de drie ramen uitkijken op de Jodenbreestraat en waar talrijke schilderwerken uit vier eeuwen ophangen. Zie tabblad "Zaal".

Op de eerste etage aan het plein ligt de huiskamer met de grote muurstukken van Jacob de Wit. En het plafondovaal met de vijf zintuig-cerubeinen. In het benedenhuis liggen de ontvangstkamers en de keuken, zie tabblad "Keuken".

De sloop van de Pastorie

De plannen voor de nieuwe weg naar de Ijtunnel lopen al lang, tot de onteigening van de pastorie is al in in juli 1956 besloten door de gemeenteraad, maar men wilde wachten met de uitvoering van het besluit tot het niet anders meer lijkt te kunnen, wat er zijn toch veel bezwaren tegen de afbraak van deze pastorie. Maar blijkt dat afbraak onvermijdelijk, anders wordt verkeersplein te klein. Er komt een compensatie van 1,4 miljoen gulden voor de kerk. Maar de nieuwe pastorie kost 1,5 miljoen gulden.

Uiteindelijk is het plein alweer snel "gesloten", waardoor de afbraak van de pastorie met de kapel en de verspreiding van de vele werken van Jacob de Wit uiteindelijk toch voor niets geweest en zijn de vele kostbaarheden verspreid geraakt in diverse depots van musea en/of verkocht.